Een Historisch Baken in Meppel

De Grote of Mariakerk Meppel, in de volksmond de Grote Kerk, is een eeuwenoud monument dat een centrale rol speelt in de geschiedenis en het culturele leven van Meppel. De kerk, oorspronkelijk gebouwd in 1423, staat bekend om zijn imposante architectuur en rijke geschiedenis.

Nadat Meppel in 1422 kerkelijk zelfstandig werd, begon men het daaropvolgende jaar met de bouw van een eigen parochiekerk. Uit die tijd stamt ook de naam Mariakerk. In 1459 werd het koor van de huidige kerk ingezegend door de bisschop van Utrecht. De laatste altaren werden in 1491 en 1504 in de kerk geplaatst.

Het zandstenen blad naast de preekstoel stamt oorspronkelijk van een van deze altaren en diende als offertafel. De noordelijke beuk van de kerk dateert uit 1518 en werd later in 1780 verder uitgebreid. In 1598 ging de kerk met de toren over naar protestantse handen als gevolg van de reformatie. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog leed de kerk aanzienlijke schade door de legering van troepen onder Prins Maurits.

In 1775 moest de kerk worden vergroot omdat er geen ruimte meer was om alle welgestelden binnen de muren te begraven. De vloer was inmiddels al driemaal opgehoogd. In 1780 was de uitbreiding voltooid, maar kort daarna verbood Napoleon het begraven in kerken, wat het werk deels overbodig maakte.

Het naast de toren gelegen waaggebouw, daterend uit 1760-1795, werd later bij de restauratie van de kerk verbonden en fungeerde als predikantenkamer. Aan de Hoofdstraat staat de “gerfkamer”, gebouwd na 1780 op de plek van het oude kerspelhuis, met een kroonluchter van Venetiaans glas.

Van oudsher heeft de Grote Kerk Meppel een centrale rol gespeeld in het spirituele leven van de gemeenschap. Generaties lang heeft de kerk dienst gedaan als een plaats van eredienst, waar mensen samenkwamen om te bidden, te trouwen en hun geloof te belijden.

Naast zijn religieuze functie heeft de Grote Kerk Meppel zich ook ontwikkeld tot een belangrijk cultureel en sociaal centrum. De kerk is regelmatig het toneel van concerten, tentoonstellingen, bruiloften en andere evenementen die bijdragen aan de levendigheid van de stad.

Het zandstenen blad

De preekstoel

Het interieur

De preekstoel, daterend uit 1696, en het doophek, geplaatst na de uitbreiding van de kerk in 1782, zijn twee prominente elementen in de Grote Kerk Meppel. De panelen van het doophek tonen de lijdenswerktuigen van Christus in de grote panelen, terwijl de kleine vakken de zinnebeelden van tijd en eeuwigheid bevatten.

Na de restauratie in de vroege jaren zestig werden de grote koperen kroonluchters in de hoofdbeuk en de kleinere in de zijbeuk opgehangen. Tijdens belangrijke vieringen worden in deze kroonluchters echte kaarsen ontstoken.

Het doopvont, ontworpen door de Zutphense kunstenaar J.H. Germans, is een nieuwere toevoeging. De kuip van lood/tin-legering toont afwisselend de zinnebeelden van de vier evangelisten en het naamteken van Christus op zijn acht zijden, terwijl de schacht van zandsteen is gemaakt.

Bij de heropening van de kerk na de restauratie schonk de Rooms-Katholieke Parochie een kandelaar voor de paaskaars, die dateert uit 1810.

Het doopvont

De kandelaar

Het orgel

De opdracht voor de bouw van een orgel met twee manualen en een aangehangen pedaal werd rond 1690 gegeven aan Jan Harmenszn. Kamp, een orgelbouwer uit Berlicum (Fr).

In 1720 voltooide Franz Caspar Schnitger het orgel en bracht enkele verbeteringen aan die nog steeds hoorbaar zijn. Tijdens de bouw door Kamp werd al een derde klavier toegevoegd met vier sprekende stemmen. Gedurende de eeuwen is het orgel meerdere keren gerestaureerd, uitgebreid en aangepast aan de moderne eisen.

Rond 1948, het jaar van grootschalige restauratieplannen, bestond het orgel uit twee manualen en een pneumatisch pedaal van twee stemmen op een aparte zolder achter het instrument. De Groningse orgelbouwer Mense Ruiter kreeg de opdracht om het orgel te restaureren en uit te breiden met een zelfstandig pedaal van negen stemmen en een nieuw derde klavier van zeven stemmen.

Het orgel heeft nu 38 sprekende stemmen verdeeld over het Hoofdwerk met 12 stemmen, Rugwerk met 10 stemmen, Borstwerk met 7 stemmen en Pedaal met 9 stemmen. Het wapen van Meppel siert het Rugwerk, met daarop de naam van de oorspronkelijke bouwer Jan Harmenszn. Kamp vermeld op de wimpel eronder.

Het orgel

Het klavier

De toren

De toren van de kerk dateert uit de vijftiende eeuw en werd vermoedelijk gelijktijdig met de kerk gebouwd, zoals destijds gebruikelijk was in de Middeleeuwen. Twee kogels in de voorgevel van de toren worden toegeschreven aan “Bommen Berend”, de bisschop van Munster, die in 1672 samen met Engeland, Frankrijk en de bisschop van Keulen oorlog voerde tegen de Verenigde Nederlanden.

Om de onderhoudskosten te verlagen, werd de toren in 1864 voor het symbolische bedrag van 1 gulden verkocht aan de burgerlijke gemeente Meppel. De Hervormde gemeente behield het recht op luiden en doorgang.

De totale hoogte van de toren is 45 meter, met de eerste trans op 32 meter hoogte.

In 1827 onderging de toren een restauratie waarbij de karakteristieke koepel werd toegevoegd, ter vervanging van de oorspronkelijke piramidale spits. Deze koepel werd vervaardigd door Albert Brouwer, een timmerman uit Meppel.

In de koepel bevindt zich ook het carillon dat in 1949 werd geïnstalleerd als dank voor de bevrijding op 13 april 1945, gefinancierd door bedrijven en burgers uit de stad.

Het carillon bestaat uit 49 klokken en wordt regelmatig bespeeld door de stadsbeiaardier. Van de oorspronkelijke 3 luidklokken die tijdens de bezetting waren gevorderd, is slechts 1 exemplaar teruggevonden. Deze klok werd gegoten in 1611, met de opdracht aan de klokkengieter om een “schone klok” te maken, wat tot op de dag van vandaag te horen is.

Er circuleren veel legendes over de toren, waarvan de historische juistheid vaak niet te verifiëren is. Een bekende legende verhaalt dat op een mooie zomeravond men dacht dat de koepel van de toren in brand stond, maar bij aankomst van de brandweer bleek het een grote zwerm muggen te zijn. Sindsdien worden de inwoners van Meppel soms gekscherend “Meppeler Muggen” genoemd, wat wordt geïllustreerd door een bronzen kunstwerk naast de kerk in de Kleine Kerkstraat.